U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 15 oorkonden
1222 september

Hendrik I, hertog van Brabant, sluit met Willem van Horn een overeenkomst over de twee betalingstermijnen van 300 mark Keuls die hij hem verschuldigd is voor het allodium Helmond en andere goederen in de Peel en belooft hem inzake de voogdij over goederen van Echternach een leenman te schenken. Dirk III, heer van Altena, staat borg voor de hertog.

1269 mei 4

Jan I, hertog van Brabant, geeft aan Willem, heer van Horn, ridder, de villa Loon op Zand met de hoge en lage rechtspraak en met de heiden, moeren en woeste gronden, alsmede een derde van de tiend van Tilburg en het bouwland met bossen en beemden te Udenhout in leen.

1272 februari 2

Jan I, hertog van Brabant, schenkt aan zijn leenman Willem, heer van Horn, ter verbetering van diens leen jaarlijks 80 pond Leuvens, te ontvangen uit het lood en geleide van ’s-Hertogenbosch na de dood van vrouwe Maria, echtgenote van de heer van Perwez, vrouwe van Ninove, onder voorbehoud dat hij en zijn erfgenamen deze betaling voor 800 pond kunnen afkopen.

1287 juli 7

Walram, heer van Valkenburg, doet met Philippa, zijn echtgenote, ten gunste van Reinoud I, graaf van Gelre, afstand van al het recht dat hun toekomt op bepaalde sommen geld, die wijlen de heer van Cuijk en zijn echtgenote, zuster van genoemde Philippa, hem verschuldigd zijn vanwege de lijftocht van deze. (Deperditum)

1292 juni 30

Everard, graaf van de Mark, Jan I, heer van Cuijk, Krafto, heer van Greifenstein, en Lodewijk, plaatsvervangend heer van Rheingau, bepalen in het geschil tussen Jan I, hertog van Brabant, en Adolf, rooms-koning, inzake de goederen van het hertogdom Limburg dat deze binnen veertien dagen aan Jan moeten worden overgedragen met hetzelfde recht als de eerdere hertogen van Limburg die van de keizer hielden. Tevens beloven zij binnen dezelfde periode een beslissing te nemen en af te kondigen over de af te sluiten vriendschapsband tussen beide partijen.

1292 september 22

Rooms-koning Adolf wijst aan Jan I, hertog van Brabant, verschillende tollen toe en inkomsten tussen de Moezel en de zee, als garantie voor de terugbetaling van de van hem geleende 16.000 mark Keuls en bepaalt onder meer dat Krafto van Greifenstein of na zijn overlijden één van zijn opvolgers, onder wie Jan van Cuijk, altijd de hertog of zijn opvolgers zal moeten toestaan de burcht Kaiserswerth te gebruiken.

1293 januari 10

Constantijn van Lysenkirchen, burger van Keulen, maakt bekend dat Jan I, heer van Cuijk, hem 300 pond Brabants betaald heeft voor de schuld die de hertog van Brabant heeft bij Tielman Loysekanne en dat Tielman dit bedrag in mindering heeft gebracht op de schuld.

1295 januari 14

Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan Tolnere, burger van 's-Hertogenbosch, erkend heeft 24 pond Leuvens ontvangen te hebben van zijn zwager Willem genaamd Willeken van Rode, burger van 's-Hertogenbosch, voor de verkoop door hem aan Willem van het goed Te Beirct te Oerle.

1295 januari 25

Jan I, heer van Cuijk, verklaart ontvangen te hebben van Gillis van Berg, ridder, eertijds drossaard van Brabant, namens Jan II, hertog van Brabant, 2000 pond Leuvens als aflossing van de schuld van Jan I, hertog van Brabant.

1296 februari 16

Jan II, hertog van Brabant, en Walram, graaf van Gulik, stellen ter beslechting van hun geschillen een aantal scheidslieden aan, onder wie Jan I, heer van Cuijk, en beloven zich te onderwerpen aan hun uitspraak.

Document acties