Lijstweergave
- 1294 juni 20
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk, zoon van Dirk Hollen, met de abdij van Berne twee stukken land ruilt tegen een morgen en 24 roeden, gelegen tegenover Oudheusden, en dat ieder zijn dijken zal onderhouden met uitzondering van de sloten aan de rand van het land.
- 1294 augustus 10
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jota, weduwe van Wouter Foyten, koopt van Jan Piscator een cijns van tien schellling Leuvens, gevestigd op een halve huisplaats naast zijn huis.
- 1294 oktober 3
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Broos van Herpt en Robert van Herpt, provisoren van de kerk van Herpt, verkopen aan de abdij van Berne vier hond land te Corthare en Cortoyslagh.
- 1297 september 8
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Tielman Foyten verkoopt aan Jan Brustijn de Kesserik te Oudheusden, die zijn broer Wouter eertijds toegewezen had aan het altaar (te Oudheusden) met een erfcijns van veertig schelling en dat Tielman verklaart dat hij tien pond Leuvens ontvangen heeft van Jan, die daarvoor onder nadere bepalingen een jaarlijkse cijns van 1 pond gevestigd heeft op land te Hedikhuizen ten behoeve van het genoemde altaar.
- 1298 april 13
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Arnoud Haddo van Oudheusden verkoopt aan Gerard van Doeveren, priester, zijn huis en huisplaats met uitweg en aanhorigheden te Heusden, waarna deze het aan Arnoud geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling.
- 1305 november 11
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Gerard, abt van Berne, verhuurt aan Arnoud van Wijk voor vijftien jaar zijn deel in acht hond land te Overakker, westwaarts van de Herptersteeg, voor vijftien schelling zwarte Tournoois, onder vaststelling van de voorwaarden waarop Arnoud deze grond kan ruilen met land te Beernervelt of op de Hedikhuizense of Herptse akker.
- 1309 februari 24
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Lambert, pastoor van Hedikhuizen, namens de abdij van Berne kwijtscheldt aan Willem van Hedikhuizen 34 pond uit een schuld van 90 pond, die Willem met zijn zoon Jan en Hein de Coude heeft, en dat Willem belooft erop toe te zien dat zijn zoon Jan zijn verplichtingen jegens de abdij zal nakomen volgens de uitspraak van Lambert.