U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 35 oorkonden
1291 mei 1

Jan I, heer van Cuijk, schenkt voor de opvang van de armen in een gasthuis te Grave en de bouw van een altaar aldaar een jaarlijkse rente van twintig pond Leuvens uit zijn cijnzen en tienden te Grave alsmede een jaarlijkse rente van vijf pond van Wellen van Gennep, bestemt vijftien pond daarvan voor het opdragen van de dagelijkse H. Mis op het altaar en wijst de bediening toe aan Hendrik van Grave, zoon van Hubert, priester. Zolang de bouw van het gasthuis niet voltooid is, zal de mis in de parochiekerk te Grave opgedragen worden.

1291 oktober 1

Schepenen van Grave oorkonden dat Gijsbert Drent, priester, van Bruist, burger van Grave, ten behoeve van zijn kinderen een jaarlijkse erfcijns van zes schelling en acht penning Leuvens verworven heeft, rustend op erfgoed te Grave.

1291 oktober 1

Jan I, heer van Cuijk, verzoekt Jan, bisschop van Luik, om zijn goedkeuring te hechten aan de stichting van het gasthuis en het altaar te Grave, zoals vastgelegd in een oorkonde d.d. 1291.05.01.

1294 januari 25

Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Ronke, burger van Grave, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling Leuvens, gevestigd op zijn huis en erf te Grave en op al zijn erfgoed gelegen in het veld Mars bij Grave en over de Maas.

1294 oktober 15

Jan I, heer van Cuijk, ridder, draagt aan de pastoors van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek en aan het Sint-Catharinagasthuis te Grave elk de helft van de novale tienden van Cuijk, Beugen, Boxmeer en Sambeek over, op voorwaarde dat het gasthuis jaarlijks aan ieder van de genoemde pastoors een sterling schenkt.

1294 oktober 18

Hendrik, pastoor van Cuijk, Peter, pastoor van Beugen, Hendrik, pastoor van Boxmeer, en Arnoud, pastoor van Sambeek, stemmen in met de schenking van de novale tienden van hun parochiekerken door Jan I, heer van Cuijk, ridder, d.d. 15 oktober 1294, waarbij de ene helft aan hen en de andere aan het Sint-Catharinagasthuis te Grave toekomt onder betaling aan ieder van hen van een jaarlijkse recognitiecijns van een sterling, en vragen goedkeuring en bevestiging van deze regeling aan hun prelaten en superieuren.

1294 november 20

De officiaal van Luik bepaalt dat de novale tienden van Beugen, Boxmeer, Sambeek en Cuijk, door Jan I, heer van Cuijk, voor de helft aan de pastoors van Beugen, Boxmeer, Sambeek en Cuijk en voor de helft aan het Sint-Catharinagasthuis te Grave geschonken onder betaling van een jaarlijkse recognitiecijns van een sterling door het gasthuis, d.d. 1294.10.15, waarmee de pastoors ingestemd hebben d.d. 1294.10.18, uitgekeerd zullen worden conform de afspraken in de aangehechte oorkonde van de pastoors en bevestigt de door de pastoors vastgelegde regeling.

1300 februari 3

Schepenen van Grave oorkonden dat Godso Sutor aan Ywein, zoon van Lutgard, een jaarlijkse erfcijns van een pond verschuldigd is, gevestigd op zijn woonhuis en erfgoed te Grave.

1301 januari 5

Rutger, heer van Herpen, verkoopt met instemming van zijn broer Albert aan het gasthuis te Grave twee en een halve morgen land achter het Velperhout tegen een erfcijns van tien penning.

1301 april 1-30

Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob van Haps aan Herman van den Steenakker een stuk land te Haps overdraagt tegen een jaarlijkse erfrente van drie malder rogge en dat Jacob en Herman het vee daar gelijkelijk zullen verdelen.

Document acties