Lijstweergave
- 1240 oktober 9
-
Dirk III, heer van Altena, geeft aan de kaulieten van Sint-Elisabethsdal te Nunhem het derde deel van de tiend van Maasbree met het patronaatsrecht van de kerk aldaar, zeventien bunder land te Stevensweert, een jaarlijkse cijns van twaalf malder graan, een jaarrente van dertig schelling Keuls uit zijn land te Heel en een halve mark uit de kleine tiend van Maasbree voor kleding, een jaarrente van 30 schelling Keuls uit zijn visrecht te Woudrichem voor de aankoop van wijn en 2000 haringen aldaar, een bunder weiland te Kessenich voor het onderhoud van paarden en zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerken van Waldfeucht en Braunsrath. Tevens wijst hij Sint-Elisabethsdal met alle aangehorigheden toe aan de kaulieten, evenals het gehele bos daar dichtbij gelegen en schenkt hun het eeuwig gebruik van het bos Roghelabroc en Ghesthele, en van de gemene gronden van Buggenum, Nunhem, Roggel en Haelen.
- 1240 november 8
-
Willem, heer van Horn, hecht samen met zijn broer Engelbert, ridder, zijn goedkeuring aan de schenkingen van Dirk III, heer van Altena, hun oom, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem.
- 1240 oktober 9-30 maart 1241
-
Robert, bisschop van Luik, neemt het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), gevestigd op het allodium van Dirk III, heer van Altena, onder zijn bescherming en bevestigt de eerder door Dirk gedane schenkingen.
- 1292 december 12
-
Siegfried, aartsbisschop van Keulen, vidimeert en bevestigt de oorkonden, verleend door Dirk III, heer van Altena, en Robert, bisschop van Luik, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem d.d. 1240 oktober 9 en 1241 maart 30 (na 1240 oktober 9).
- 1310 maart 6
-
Arnoud van Bilsen, deken van Cuijk, oorkondt dat Jan, prior van het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), en Jan van Maasbree, ridder, als voogd van zijn minderjarige neef Willem, een overeenkomst sluiten inzake het geschil over het patronaatsrecht van de kerk van Maasbree, waarbij bepaald wordt dat zij dit beurtelings zullen bezitten.