Lijstweergave
- 1242 (april 18) - 1243 (april 10)
-
Willem, ridder, heer van Strijen, en zijn broers Hendrik en Hugo schenken aan de abdij Ter Doest bij wijze van instemming met de schenking door hun voorgangers het goed Heiligenberg met wildernis, moergrond, lage rechtsmacht en tiend alsmede de wateren binnen de omschreven grenzen en het visrecht, met name in de Grauinnen Sloed, en de halve visserij van de Mark.
- 1244 april 26
-
Willem, heer van Strijen, en zijn broers Hendrik en Hugo hechten hun goedkeuring aan de schenking door hun voorgangers van het goed Heiligenberg met wildernis, moergrond, lage rechtsmacht en tiend en dragen dit ook als schenking over aan de abdij Ter Doest. Tevens schenken zij binnen de omschreven grenzen van dit gebied de wateren met het visrecht, in het bijzonder in de Grauinnen Sloed, en de Mark tot halverwege de stroom met het visrecht en het recht om staalbomen te plaatsen, en staan de abdij toe de Grote Vorre af te dammen op voorwaarde dat zij een watergang aanleggen en onderhouden van de Grauinnen Sloed naar de Kleine Vorre.
- 1276 juli 23
-
Floris V, graaf van Holland, gelast Willem van Strijen de abdij Ter Doest in het ongestoorde bezit te laten van het goed Heiligenberg dat destijds door Willems voorgangers aan de abdij was geschonken.
- 1277 maart 17
-
Floris V, graaf van Holland, doet uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Willem van Strijen anderzijds over het goed Heiligenberg, eertijds door Willems voorgangers aan de abdij geschonken, en bepaalt dat abt en convent in het ongestoorde genot van dat goed dienen te blijven en dat de abdij hiervoor aan Willem een rijpaard zal geven ter waarde van 70 pond Hollands of dat bedrag in geld.