< terug naar de lijst met oorkonden
Vervalste
stichtingsakte van de Sint-Remigiusabdij in Reims (968/1138)
Samenvatting
Gerberga, koningin van de Franken, schenkt aan de nieuw te bouwen Sint-Remigiusabdij
te Reims haar bezittingen in Meerssen in de Maasgouw met alle gebieden die
daarbij horen, namelijk Klimmen (Limburg), Lithoyen (Noord-Brabant), Herten
(Limburg) en Angleur (provincie Luik in België).
Achtergrondinformatie
Deze schenking uit 968 door Gerberga, koningin van de Franken, heeft
daadwerkelijk plaatsgevonden. Er zijn documenten van de Duitse keizers in
986 en 1145 bewaard gebleven die dit bevestigen.
Maar
deze oorkonde is een vervalsing. Hij is overduidelijk niet geschreven is
door iemand uit de tiende eeuw, maar door een schrijver uit de twaalfde
eeuw. Dat zie je aan het handschrift, maar ook aan de manier waarop het
zegel aan de oorkonde bevestigd is. Dat hangt er namelijk aan, maar zo bevestigde
men in de tiende eeuw geen zegels. In die periode werden ze óp het
perkament gedrukt. Op de foto hiernaast zie je een voorbeeld van zo'n oorkonde
met een opgedrukt zegel (van Rooms-koning Koenraad III uit 1139).
Niet alleen het schrift van de oorkonde en het
zegel wijzen op een vervalsing, ook de inhoud van de tekst roept vraagtekens
op. Zo worden formuleringen gebruikt die men in de tiende eeuw niet zou
gebruiken.
Vermoedelijk
is er van de schenking door Gerberga in 968 geen originele oorkonde gemaakt.
De vervalsing is waarschijnlijk rond 1138 opgesteld door de monniken van
de Sint-Remigiusabdij in de Franse stad Reims. Door het fabriceren van een
zogenaamd origineel uit 968, wilde de abdij haar aanspraken op het dorp
Lithoyen ondersteunen. Dat was nodig, omdat er rond 1138 een ruzie ontstond
over het eigendom van deze Brabantse plaats. Gerberga had het dorp weliswaar
aan het klooster geschonken, maar dat werd nu betwist, omdat Lithoyen niet
van haar was maar van haar eerste echtgenoot, Giselbert van Lotharingen.
Godfried I, graaf van Leuven en Brussel en landgraaf van Brabant (met de
welluidende bijnaam 'Godfried met de baard', zie het plaatje hiernaast),
eiste de rechten over Lithoyen op, maar in april 1138 geeft hij die strijd
op en erkent dat de Sint-Remigiusabdij alle rechten op Lithoyen toekomen.
Tips voor een script
Het is niet duidelijk wat precies de reden was waarom Godfried I zijn
eisen liet varen, maar kennelijk was de overtuigingskracht van de monniken
machtiger dan zijn zwaard. Heeft deze 'originele' oorkonde daar een beslissende
rol in gespeeld?
Hoeveel druk legde de vechtersbaas Godfried I op de monniken? Dreigde hij
met geweld? Waren de monniken bang voor hem?
En wie kwam er op het slimme idee om de graaf met een valse oorkonde op
het verkeerde been te zetten?
Hoe reageerde Godfried daarop?
(Geen) foto van de oorkonde
Er is van deze oorkonde geen foto beschikbaar. Het is een erg kwetsbaar
document, dat bovendien door de wijze waarop het bewaard wordt maar moeilijk
scherp te scannen is.
Over de oorkonde
Het origineel wordt bewaard in het Regionaal Historisch Centrum te Maastricht,
in het archief van de proosdij Meerssen.
Deze oorkonde ziet er dus uit als een origineel, maar het is wat we noemen een schijnorigineel. Dit document is in de twaalfde eeuw gemaakt, zo rond 1138.
D e Latijnse tekst is uitgegeven in
H.P.H. Camps, Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312, p. 35-36, nr. 23.
Klik
hier voor een digitale versie van de tekst.
Links