Waarop werden oorkonden geschreven? En waarmee?
De oudste oorkonden werden geschreven op papyrus, gemaakt van
de papyrusplant uit Egypte. De vellen papyrus bleven in de droge gebieden rond
de Middellandse Zee lang goed, maar in vochtiger streken verging het materiaal
vrij snel. Bovendien groeide er geen papyrus in Europa. Daarom zijn alle Nederlandse
oorkonden op perkament geschreven. Dat lijkt op stevig papier, maar het is gemaakt
van een heel ander materiaal: de huid van koeien, geiten, schapen of andere
beesten. Een kalfshuid leverde het mooiste perkament, ook wel vellum genoemd.
Er kwam heel wat bij kijken om van zo'n harig dierenvel een dun vel perkament
te maken. Nadat het dier geslacht was, werd de huid eraf gestroopt. Die weekten
ze dan een hele tijd in stromend water, om het zacht en schoon te maken. Daarna
legden ze het in kalkwater om de vleesresten en haarwortels los te weken. Vervolgens
spanden ze de huid strak in een groot houten frame. Met een rond mes schraapten
ze de haar- en vleesresten weg (zie het plaatje hiernaast). Met puimsteen polijsten
ze de huid net zolang tot hij een glad oppervlak had.
Als het perkament bruikbaar was, haalden ze het uit het frame en sneden het
op maat. Voor oorkonden was het perkament nu klaar. Schrijvers schreven met
vaste hand de teksten op, vaak gebruikmakend van hulplijntjes die op het perkament
waren aangebracht.
Voor
boeken moesten er nog wat extra werkzaamheden verricht worden. Perkamentvellen
werden op elkaar gelegd (meestal in stapeltjes van vier), precies op dezelfde
maat gesneden en dubbelgevouwen. Daarmee kreeg je een katern (een soort schriftje)
dat samen met andere katernen in één boek gebonden werd. Dwars
door een stapel katernen werden met een scherpe naald gaatjes geprikt die het
gedeelte waarop geschreven moest worden afbakenden. Met een liniaal en een loden
stift werd dat schrijfgedeelte met bijna onzichtbare lijntjes gemarkeerd. Daarna
werden er met die stift en liniaal nog schrijflijntjes getrokken, zodat de regels
keurig op elke bladzijde precies op dezelfde plaats kwamen te staan.
In de loop van de veertiende eeuw werd ook steeds vaker papier
gebruikt om op te schrijven. Daarvoor gebruikte men oude kleren, hout- en andere
vezels, die tot pulp gemalen werden. Daar werd een natte pap van gemaakt. Een
houten frame met een fijn gaas werd in die pap gedoopt, zodat er een dun laagje
papierpap in bleef liggen. Als dat opdroogde, was het papier klaar.
Papier was veel goedkoper dan perkament, maar ook minder stevig en minder fraai.
Daarom werd voor de belangrijke teksten zoals oorkonden nog heel lang perkament
gebruikt, tot in de negentiende eeuw.
Waarmee werden oorkonden geschreven?
Schrijvers werkten met ijzergallusinkt en ganzenveren
of rietstengels.
De
belangrijkste grondstof voor de ijzergallusinkt zijn de
galnoten die op eikenbladeren groeien. Nadat de galwesp haar eitjes in een blad
gelegd heeft, ontstaat op dat blad een harde ronde galnoot, waar de larven veilig
in kunnen groeien. Die galnoten bevatten een hoog gehalte aan looizuren (gallo-tanninen).
Als je dat combineert met ijzerhoudende stoffen, krijg je een zwarte inkt.
Voordeel van die ijzergallusinkt is niet alleen dat je er makkelijk mee kunt
schrijven. Als hij eenmaal droog is, kun je hem bijna niet meer verwijderen.
Ideaal dus voor het schrijven van oorkonden en boeken.
De tekst op oude oorkonden en in middeleeuwse boeken is tegenwoordig vaak bruin
in plaats van zwart. Dat komt omdat de inkt onder invloed van zuurstof langzaam
is verkleurd.
Als
pen gebruikten middeleeuwse schrijvers meestal een ganzenveer, maar soms ook
een rietstengel. De beste pennen werden gemaakt van de slagpen van een gans
of een andere grote vogel (zwanen, kraaien, uilen, haviken en kalkoenen). Voor
de ganzenveer plukte men in de lente de buitenste vijf slagpennen van levende
ganzen. Liefst die van de linker vleugel, want die veren hebben een buiging
die het meest geschikt is voor rechtshandige schrijvers. De onderste 'haartjes'
werden verwijderd en de punt van de veer werd schuin afgesneden. Daarna haalden
ze het merg uit de veer en werd de punt gevormd. Na een hardingsproces waarbij
de punt van de pen eerst in water geweekt en daarna verhit werd, was hij gebruiksklaar.
Als je hem in de inktpot doopte, zoog hij zich vol met inkt, zodat je hem niet
om de paar letters opnieuw in de inktpot hoefde te stoppen.
Mensen die voor hun plezier of voor het schrijven van diploma's en andere belangrijke
papieren tegenwoordig nog aan schoonschrijven doen, vinden allemaal dat er geen
fijnere pennen bestaan dan de ganzenveer.
Links
Wil je zelf een keer perkament maken? Kijk dan hier.
Klik hier om te zien hoe je van een ganzenveer een pen maakt (een Engelse site).
Wil je zien hoe een middeleeuws boek gemaakt werd, klik dan hier (een Engelse site).
Klik hier voor meer informatie over middeleeuwse handschriften